Het 
Nederlandse
Legerrijwiel
Historie
Fabrikanten
Identificatie en technische gegevens
Register van bewaard gebleven exemplaren 
Bronnen en links
Copyright  © 1988-2002
H.L. Spoelstra
Alle rechten voorbehouden
Pagina gecreëerd op 05-06-2001
Laatste wijziging: 12-06-2001

 

Het Nederlandse legerrijwiel


Identificatie en technische gegevens

Afgezien van wat losse opmerkingen en aantekeningen (zie boven), is mijn enige beschikbare bron op dit moment het Voorschrift rijwiel uit 1932. Dit bevat behoorlijk wat technische informatie over het legerrijwiel.
 
 
'Gegevens omtrent het rijwiel'
Raam
Voorwiel 32 spaken
Achterwiel 40 spaken
Trapinrichting
Stuurinrichting
Zitinrichting
Toebehooren
Kleur Het rijwiel is groen gemoffeld
Hoogte 22, 24 en 26 inches 
(kabelrijwiel: 24")
Bandenmaat 28 x 1½
Ketting 1/2" x 3/16"
Aantal tanden groot kettingwiel 48
(bij een kabelrijwiel 44)
Aantal tanden klein kettingwiel 20
Bagagedrager
  • rondijzer (draagvermogen 15 kg)
  • bandijzer (draagvermogen 15 kg)
  • buis, steunend op bijzondere nok aan het ondereinde van de staande achtervorkbuis (draagvermogen 30 kg)
Merken en nummers De legerrijwielen, bestemd om te worden bereden door in uniform gekleede militairen, hebben een rood-wit-blauw balhoofd. In het onderbalhoofdverbindingsstuk staan een kroon en de letters W.F. of C.W., soms met de toevoeging B.M.1); bovendien een serienummer. Rijwielen, uitsluitend bereden door niet in uniform geklede personen, hebben een groen balhoofd. Het contrôlenummer staat links in het zadelpenverbindingsstuk geslagen, dan wel op een messingen plaatje, geklonken op de bovenbuis.

1) B.M. wordt een rijwiel geheeten, wanneer de liggende achtervorkeinden niet zijn ingericht voor excentrische kettingspanners.
B wordt een rijwiel geheeten, wanneer de liggende achtervorkeinden niet zijn ingericht voor excentrische kettingspanners, doch wanneer het rijwiel overigens wel gemonteerd is met onderdelen als aan een standaard-legerrijwiel.